Het Hoe, Wat, Waar van het opvolgend werkgeverschap

Het Hoe, Wat, Waar van het opvolgend werkgeverschap

Je kent het wel: je wilt de werkhistorie van een flexwerker vastleggen in Easyflex. Je flexwerker heeft voor een inlener gewerkt via een ander uitzendbureau en jij wordt opvolgend werkgever. Of je start net met Easyflex en je wilt historische gegevens uit je vorige pakket overzetten naar Easyflex. Hoe pak je dat aan? Lees hier alle stappen om deze historie op de juiste wijze vast te leggen!

Waarom is de werkhistorie zo belangrijk?
Het vastleggen van de werkhistorie zorgt ervoor dat Easyflex doortelt in het aantal gewerkte weken of contracten. Dit wordt ‘opvolgend werkgeverschap’ genoemd.

1. Gewerkte weken vastleggen
Je begint met het vastleggen van de weken waarin de flexwerker gewerkt heeft én die moeten meetellen. Dit kunnen dus gewerkte weken zijn bij dezelfde inlener via een ander uitzendbureau, maar ook weken uit een ander softwarepakket die moeten meetellen omdat jij de werkgever blijft. Deze gewerkte weken leg je vast bij de betreffende flexwerker op het tabblad ‘Opvolgend werkgeverschap’, door de juiste weken aan te stempelen. Indien de laatste week niet volledig gewerkt is, vul je het veld ‘Laatste gewerkte dag’ in.

2. Fase stappen vastleggen
De volgende stap is het vastleggen van de uitzendfasen. Dit doe je bij de flexwerker op het tabblad ‘Cao-overige’ in het onderdeel ‘Historie’. Hier leg je alle stappen vast die de flexwerker doorlopen heeft én de stap waar hij zich op dit moment in bevindt.

Een voorbeeld. Stel dat je de NBBU CAO volgt en de flexwerker heeft 34 weken gewerkt. Dan dien je 2 stappen vast te leggen: één stap voor fase 1, die 26 weken duurt, en één stap voor fase 2. De stap waar de flexwerker zich op dit moment in bevindt, geef je een einddatum van ‘vandaag’. Je weet immers nog niet wanneer fase 2 precies eindigt en op deze manier telt Easyflex automatisch elke dag verder.

Tot slot kun je nog een controle uitvoeren. Klik daarvoor links onderin op ‘Weken’. Als je het goed gedaan hebt, zie je hier dat de aangestempelde weken uit stap 1 vermeld zijn als ‘Opvolgend werkgeverschap’. Daarnaast zie je dat er precies 26 weken geteld worden in fase 1 en dat de telling van fase 2 weer netjes bij week 1 begint. Als je de flexwerker nu in Easyflex gaat verlonen zal, volgens ons voorbeeld, de eerste verloonde week geteld worden als de 35e gewerkte week in fase 2.

3. Eventuele historische arbeidsovereenkomsten vastleggen
Indien de flexwerker zich in fase 3 of fase B bevindt, is het aantal arbeidsovereenkomsten natuurlijk ook van belang. Je mag in deze fases immers maar een beperkt aantal overeenkomsten voor bepaalde tijd geven. Heeft de flexwerker er bijvoorbeeld al 3 gehad? Dan wordt de nieuwe overeenkomst die je in Easyflex aanmaakt dus contract nummer 4. Standaard begint de telling van contracten echter bij 1. Daarom leg je in deze stap de contracthistorie zo vast, dat er met nummer 4 verder geteld wordt. Dat doe je als volgt.

Klik op het tabblad ‘Cao-overige’ op de zoekknop bij ‘Arbeidsovereenkomsten’. Vervolgens maak je een nieuwe overeenkomst aan. De ‘Reden vastlegging’ is in dit geval ‘Opvolgend werkgeverschap’. Omdat je bij dit type contract zelf het volgnummer kunt bepalen, hoef je alleen het 3e contract vast te leggen. Vul dus alle verplichte velden in volgens de afspraken die van toepassing waren in de 3e overeenkomst en hanteer ook de ingangs- en einddatum van deze overeenkomst. En let er dus op dat je het ‘Volgnummer contract’ juist zet, in dit geval nummer 3. Daarna kun je de ‘nieuwe’ overeenkomst aanmaken die vanaf nu gaat gelden. Daarvoor kies je nogmaals voor ‘Nieuw’ en dit keer is de ‘Reden vastlegging’ de standaard optie ‘Aangegaan dienstverband’. Wanneer je nu de ingangsdatum invult zie je direct in het advies dat dit de 4e overeenkomst in fase 3 is.

Het juist vastleggen van deze historische gegevens is dus ontzettend belangrijk. Hiermee voorkom je namelijk dat er te weinig weken of contracten geteld worden en de flexwerker ineens een fase verder is dan gedacht!

Nieuwsbrief